Groote Markt
De grote wekelijkse markt op de Groote Markt: Iedereen liep er rond. De boeren en boerinnen in dracht, burgermensen, chique dames. Op donderdag kwamen ook de visvrouwen met de trein uit Arnemuiden. zie station De manden met vis droegen ze met een juk op hun schouders. zie vismarkt
Pal voor het stadhuis ventten ze hun waren uit. Niet alleen de weekmarkt werd er gehouden, ook de kermis vond er jaarlijks plaats. De vele herbergen rond de Groote Markt zetten in de kermistijd kokende 'vleeschpotten' op hun stoepen. De lokkende vleesgeuren wedijverden met die van wafel- en poffertjeskramen; de poffertjes noemde men hier overigens 'broedertjes'.
Zijn de meeste volksspelen op Walcheren nieuw en van elders geïmporteerd, de Annetjes-Lijsjesdag schijnt van oud-Walcherensche afkomst te zijn. Twee keer in 't jaar werd die dag door de landlieden gevierd, op de eerste donderdag in mei en in oktober. De donderdag, omdat het op die dag markt is te Middelburg. Op "Lijsjesdag" gingen de dienstboden, knechts en meiden naar de stad, om hun inkopen te doen en een soort uitgaansdag te hebben, waarbij tedere betrekkingen werden aangeknoopt. Tegen die tijd werden ook de lonen uitbetaald. Men kende de Annetjes-Lijsjesdag door geheel Walcheren, zelfs te Arnemuiden, in het deel van Walcheren, dat men Nieuwland noemt, vierde men die dag niet.
http://www.oudmiddelburg.nl/index.php/11-oud-middelburg-in-beeld/markt/30-groote-markt#sigProIddc4a1cd9eb
Sedert de negentiende eeuw is donderdag de vaste marktdag. Voordien werd er op maandag en donderdag markt te Middelburg gehouden. De Walcherese boer en boerin reden met hun typische huifkar, de veerwagen, naar de stad. Veelal werden de wagens geparkeerd aan de rand van de stad, bij Klein Vlaanderen, of op het Plein van Dronkers achter de Vlasmarkt tegenover de Engelse kerk. Terwijl de boerin met haar korven naar de Botermarkt
liep probeerde de boer elders zaken te doen.'s Middags ontmoetten ze elkaar weer en deden inkopen op de Markt. Vaak trof men daar kennissen met wie een praatje werd gewisseld. En zo ging dat iedere donderdag. Er is weleens spottend opgemerkt dat iedere boer op de Markt zijn eigen kei had.
http://www.oudmiddelburg.nl/index.php/11-oud-middelburg-in-beeld/markt/30-groote-markt#sigProId9d479feea3
In de namiddag luwde de drukte. De paarden werden voorgespannen, de huifkarren ratelden over de buitenbruggen, langs de Seisweg en Noordweg naar huis terug. De marktventers begonnen hun rol stoffen op de plank te wikkelen, het aardewerk verdween in de manden met houtwol. Wanneer voor de vijfde keer na het middaguur de ridders van de stadhuistoren hun steekspel aanvingen, bezemden de straatvegers het marktplein al schoon. Met wat zuchten en steunen zette de stoomtram zich in beweging. De marktdag was voorbij.
Marktdag 1930 | Marktdag 1931 | Dolle Donderdag 1937
De Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog
Van de historische bebouwing rond de Groote Markt bleven slechts enkele huizen bewaard ten westen van het Stadhuis waar de Vlasmarkt begint. Bij de wederopbouw ging men uit van een traditionele bouwstijl in de trant van de Delftse School. Er werd aandacht besteed aan ieder afzonderlijk te bouwen pand. De bouwstijl moest in overeenstemming zijn met de niet-getroffen delen van de binnenstad. Er is daardoor geen breuk met de historische binnenstad en de bezoeker heeft het gevoel in oude straten te lopen, al zijn ze naoorlogs. Men introduceerde in de herbouw het begrip zichtlijnen. Dat betekent bijvoorbeeld dat men staande op de Markt de Nieuwe Kerk moest kunnen zien. Het had tot gevolg dat het middeleeuwse stratenpatroon voor een deel verdween.
Men verlegde alle rooilijnen van de Markt, uitgezonderd het deel tussen Pottenmarkt en Vlasmarkt. De Markt, die oorspronkelijk een trapeziumvorm had, werd rechthoekig door de bouw van een extra huizenblok. Vóór de oorlog stond het Stadhuis recht op de (Grote) Markt; sinds de herbouw na de oorlog staat het Stadhuis door de verkleining van de Markt scheef op het plein. Aan de westkant creëerde men een nieuw plein, Plein 1940, waar de bussen konden gaan rijden. Door het verleggen van een deel van de Gravenstraat ontstond het Zusterplein. Ten behoeve van de doorstroming van het verkeer werd de Zusterstraat verlengd richting Korte Geere. De aanleg van de Stadhuisstraat, dwars door de Sint Sebastiaanstraat, had tot doel de doorgang mogelijk te maken richting de Abdij. Tevens ontstond hierbij de Bodenplaats. Bachtensteene werd aangesloten op de Groenmarkt. In de jaren 50 van de 20e eeuw zou de aanleg van een brug over de binnengracht de doorstroming verder bevorderen richting Klein Vlaanderen.
http://www.oudmiddelburg.nl/index.php/11-oud-middelburg-in-beeld/markt/30-groote-markt#sigProIdeb83535bb3
Teneinde het Abdijcomplex van alle kanten zichtbaar te maken besloot men de nauwe straatjes bij de Abdij niet terug te laten komen in het stratenpatroon. Zo zou de Kapoenstraat van de plattegrond verdwijnen. Tijdens en na de oorlog werden in dit buurtje relatief grote complexen neergezet op niet-historische rooilijnen, zoals het Polderhuis en het hofje Onder den Toren. De Groenmarkt is qua vorm ingrijpend gewijzigd. Doordat rooilijnen niet terugkeerden, is reconstructie van het oude stratenpatroon vrijwel onmogelijk geworden.
Bronnen, noten en/of referenties:
Geraadpleegde lectuur
- Middelburg in Beeldspraak - G.W. den Boer
- PZC